04 March 2012

Daan van Golden in Wiels

Heerenlux III, 2003, Lakverf op doek, 52x60cm.

Hoe uit pure wanhoop mooie schilderijen kunnen ontstaan.
We weten al dat Gerhard Richter door een gebrek aan inspiratie foto's begon na te schilderen. Wat moest je in de jaren 60 immers nog schilderen nadat ongeveer alles al eens gedaan leek? Welke beelden moest je zelf nog maken als er toch al zoveel waren? Oplossing is dan om met bestaand materiaal aan de slag te gaan. Richter's aanpak leek toen erg radicaal: wat is de zin van het naschilderen van een foto? Jaren later bleek hoe hij er op die manier iconische beelden van gemaakt had en hoe belangrijk die bijdrage was tot de schilderkunst. Daan van Golden bewandelde, eerder onbewust, dezelfde weg. Nadat hij aanvankelijk de abstract-expressionistische toer opging, bracht een reis naar Japan hem tot zijn zinnen. Hij schilderde bestaande patronen na: zakdoeken, stoffen, behang... Net als Richter liet hij elke interpretatie van het beeld achterwege. "Ik schilder een werk net zoals een printer een afdruk maakt" zei Richter hierover. Heel erg zen allemaal en het is dan ook niet toevallig dat de expo in Wiels opent met een (voor Van Golden eigenlijk atypisch) schilderij van een boeddha. Het vraagt  concentratie om zo precies te schilderen, de kunstenaar maakt dan ook maar enkele schilderijen per jaar. Al direct krijgen we enkele mooie zakdoek-schilderijen te zien. Een leuke referentie naar schilderkunstige termen als "linnen" en "doek". Ook het schilderij White Painting verwijst naar de schilderkunst: het toont ons een zijdelings zicht op een leeg doek. Zelfs het (nageschilderde?) behangpapier past binnen dezelfde interpretatie. Prachtig is een reeks schilderijen waarbij min of meer sterk is ingezoomed op een bloemenmotief. Door deze bovendien in monochroom rood weer te geven op een witte achtergrond worden werken verkregen die abstract aandoen. Helemaal mooi wordt het met een uitvergroot en minitieus nageschilderd stukje uit een schilderij van Pollock. Een meer ironische commentaar op het abstract expressionisme kan niemand bedenken: de werkwijze van Pollock kan niet haakser staan op die van van Golden en toch leiden ze tot een gelijkwaardig resultaat. In nog een andere reeks gebruikt van Golden een andere methode om zich beelden toe te eigenen: het silhouet. We zien onder andere Mozart-silhouettten, maar het leukst zijn toch deze waarin het werk van andere kunstenaars (bijvoorbeeld van Giacometti) herkend kan worden. "Appropreation" alweer, maar dan in het kwadraat. Nog een leuke anecdote dan, om af te sluiten. Dat sommige van Golden's schilderijen erg arbeidsintensief waren was niet de enige reden waarom hij er zo weinig heeft geproduceerd. Een andere was het zogenaamde systeem van de Contraprestatie, dat in Nederland bijna 30 jaar bestaan heeft. Kunstenaars konden in ruil voor een vast inkomen in een regeling stappen waarin ze een aantal werken per jaar moesten afleveren. Van Golden leverde het absolute minimum af, zo hield hij tijd over om de wereld rond te reizen. Dat minimum moest wel goed zijn om in het systeem te kunnen blijven. Of: hoe de schilderkunst geprofiteerd heeft van door de staat gesubsidieerde luiheid.

 Buddha, 1971-73, Tempera & gedroogde bloemen op doek, 114x92cm.

Compositie met blauwe ruit, 1964, Lakverf op doek, 70x70cm.


White Painting, 1966, Lakverf op doek, 100x100cm.

Study Pollock, 1996, Lakverf op doek.

Study Giacometti, 2007, Lakverf op doek.