13 April 2013

Neo Rauch in Bozar

Die Kontrolle, 2010, olie op doek, 300 x 420 cm
 
Nooit gedacht dat er een expo in België zou komen van mijn favoriete schilder.
Wereldwijd wordt gevochten om Neo Rauch's werk. Er bestaat een wachtlijst, schilderijen die nog niet eens bestaan zijn virtueel al verkocht. De prijzen zijn duizelingwekkend, voor een doorsnee groot formaat hou je best 1 miljoen Euro klaar. Musea wereldwijd verdringen elkaar om een soloexpositie van Rauch te mogen inrichten. Vooral Centraal-Europa en de Verenigde staten worden goed bediend, Rauch is dan ook een echte ster in die landen. Het is dus een privilege om hem in Brussel te hebben, profiteer ervan en ga minstens twee keer kijken. Sinds ik voor het eerst zijn werk zag in Maastricht, kwam een solo nog maar één keer binnen de reikwijdte van een daguitstap (in 2007 in Brühl). Hoe Bozar dit voor elkaar heeft gekregen weet ik niet. Meestal is er een link met de aanwezigheid van de Europese Gemeenschap in Brussel, maar momenteel neemt Ierland het voorzitterschap waar dus daar kan het niet aan liggen. Misschien komt het omdat Rauch tot de surrealisten wordt gerekend en we op dat vlak toch mooie referenties hebben, vooral met René Magritte dan bedoel ik. Het is bovendien geen prutstentoonstelling geworden, er hangen maar liefst 39 werken op groot formaat, 8 kleinere schilderijen en 19 tekeningen. Ongeveer een vierde van de grote formaten is recent en de meerderheid ervan had ik nog nooit gezien. Zelfs niet in het fameuze boek van Taschen, waarvan de ongelimiteerde editie vorig jaar uitkwam maar (op een bijgevoegde litho van Rauch na) identiek was aan de gelimiteerde editie uit 2010 (verkrijgbaar voor de ronde som van 7500 Euro). De andere schilderijen gaan stelselmatig terug (een echte retrospectieve, deze tentoonstelling) tot eind jaren negentig, de periode waarin de schilder internationaal doorbrak. Zijn werk had toen een meer grafische esthetiek, met nogal wat witruimte en primaire kleuren en typografische elementen. Het prachtige Platz uit 2000 is erbij (zie hieronder). Bij mijn weten is dat het enige grote werk van Rauch in Belgisch privé bezit, een zekere André en Jocelyne Gordts-Vantournout uit Kortrijk hebben dit normaal in hun living hangen. Ze vervoegen daardoor een exclusieve schare bezitters waaronder illustere onbekenden als daar zijn Brad Pitt. In de getoonde werken zien we Rauch's typische leidmotieven: arbeid, oefeningen, raadsels, kunst, rollenspel, opstand... Het lijkt of de schilderijen een verhaal vertellen, meerdere verhalen tegelijk zelfs. Die verhalen blijven ondoorgrondelijk, maar via de leidmotieven zeggen de werken toch iets over de bestaande wereld. De scènes voelen niet onwerkelijk aan, het beeld klopt. Of moet ik zeggen de beelden, want Rauch beheerst de techniek om ze zodanig te comprimeren dat er meerdere in één schilderij passen. Hij doet dat door het beeldvlak ongeneerd in te delen en verkleint desnoods de taferelen of personages. Zijn werkwijze is organisch: hij maakt geen voorbereidende schets, zelfs niet op het doek. De beelden komen vlot binnen, Rauch is niet meer dan het medium dat ze vertaalt naar doek. Hij verwijst zelf naar de beroemde uitspraak van Michelangelo die zei dat het beeldhouwwerk al aanwezig was in het blok marmer, hij moest het er gewoon nog uithalen. Wat Rauch wel doet ter inspiratie is: tekenen (maar dan bij wijze van opwarming) en dromen (hij doet de daartoe vereiste tukjes in zijn atelier). De tekeningen laten zien hoe oververhit Rauch's verbeelding wel is, de motieven lijken letterlijk op papier gekwakt te zijn. Schilderen gaat normaal een stuk trager, ik vraag mij af hoe hij er daarbij in slaagt om zijn verstand op nul te houden. Misschien wel door zich bij het vullen van het beeldvlak vooral door plastische kwesties te laten leiden. Vereisten op het vlak van compositie of vorm en kleur bepalen wat er op het doek komt en zo ontstaat vanzelf een bizarre verhaallijn. De titel van de expo "De obsessie van de demiurg" is in elk geval erg geschikt. Demiurg is Grieks voor ambachtsman/bouwer, schepper van het materiële. Dat is wel het minste dat je van Rauchs werk kan zeggen: zijn beelden zijn feitelijk onbestaanbaar, maar je kan er toch maar heerlijk naar zitten kijken. 
  
Höhe, 2004, olie opdoek, 270 x 210 cm

Platz, 2000, olie op doek, 200 x 250 cm

Regel, 2000, oplieverf op papier, diameter 300 cm